Lokaal, Sociaal en Ecologisch!

In de reeks Brugse kunstenaar: Ludo Goderis

Ludo Goderis werd geboren op 5 januari 1961 in Zeebrugge. Sinds 1982 is hij actief als cartoonist-illustrator en won meer dan 75 nationale en internationale prijzen.
In 2003 had hij een overzichtstentoonstelling in Osaka en in 2007 in het Commercial Center Dolce Vita in Porto in Portugal.
Tot op heden was er echter nog geen dergelijke tentoonstelling in de stad waarin hij woont en tekent.
In afwachting hiervan een interview met de kunstenaar.

Hoe word je een cartoonist?

Reeds als kind zat ik altijd te tekenen, het was gewoon iets dat ik graag deed, wat me vervulde.
Gaandeweg merkte ik dat vrienden en familie mijn werk goed vonden en vooral ook grappig.
Die humor heeft er ook altijd ingezeten. Ik wou mensen doen lachen.
En als dan blijkt dat mensen je tekeningen echt grappig vinden ga je ermee door. Ik moet zowat 13 of 14 jaar zijn geweest toen.
Dan ontdek je dat die humoristische tekeningen die je maakt eigenlijk cartoons zijn en leer je dat er kartoenales bestaan.
Voor mij ging er een wereld open. Ik begon werk in te sturen en viel zowat meteen in de prijzen, ik was toen een jaar of 16.
De cartoonwereld is internationaal gericht wat me zeker aanspreekt. Al gauw won ik internationale wedstrijden. De eerst keer was voor een populaire Japanse krant met een oplage 3 maal daags.
Zo’n internationale erkenning geeft je een boost. En je leert  mensen kennen die ook met cartoons bezig zijn, mensen waar je goede gesprekken mee kan hebben al blijft er onderhuids natuurlijk ook die concurrentie…

Ik heb geen specifieke opleiding gevolgd. Ik ben hoofdverpleegkundige en stafmedewerker in een psychiatrisch ziekenhuis en ben dat werk fulltime blijven doen tot op heden. Ik heb wel een aantal cursussen gevolgd in avondschool (etsen in de academie in Brugge, illustratietekenen in de Groene Poorte).

Humor

Ik wil met mijn cartoons niet zozeer ‘de wereld veranderen’ of een boodschap uitdragen. Voor mij is de humor van belang. Geen onderwerp is zo saai dat er geen humor in zit – integendeel: hoe droger de materie, hoe meer kans dat er een hilarische kant aan is.
Met humor kan je vaak de lont uit een kruitvat halen. Dat doe ik bijvoorbeeld ook wel eens op mijn werk. Als er op een vergadering een gespannen sfeer hangt helpt een kwinkslag of een grap vaak om de sfeer te ‘ontladen’ zodat we daarna toch weer goed kunnen werken.
Humor werkt relativerend. Het is k een erg aangename uitlaatklep voor frustraties, maatschappelijke kritiek en ongeoorloofde gedachten. In humor verpakt wordt dit allemaal verteerbaarder en acceptabeler.


Professioneel tekenaar

Ik wil niet enkel tekenen voor mijn plezier, ik wil het laten zien. Anderen moeten er iets aan hebben.
Ik werk dus voornamelijk in opdracht. Via een bureau voor illustrators kreeg ik al snel opdrachten voor grote firma’s en organisaties zoals VRT, Columbia Pictures, uitgeverijen, gemeentebesturen en bedrijven (InBev, Ecover, Nestlé, …). Dat laatste zijn geen reclame -opdrachten maar cartoons om interne cursussen en examens inzake interne en vooral externe communicatie te illustreren. Dergelijke firma’s hechten daar veel belang aan, ze zijn bereid om daar vrij veel geld in te investeren.
Mijn werkgebied is dus erg verscheiden maar dat wil niet zeggen dat nooit een opdracht weiger. In het begin van mijn carrière kreeg ik wel eens verzoeken van extreem-rechtse partijen. Daar wil ik beslist niet op ingaan. Ik zou ook geen werk willen maken voor politieke partijen.

Naarmate je succes krijgt als cartoonist komt natuurlijk een moment waarop je twijfelt of je hier niet je carrière op kunt bouwen, of je misschien moet kiezen om van tekenen je hoofdberoep moet maken. De eerste keer dat die vraag zich echt stelde was voor mij toen ik cartoons begon te maken voor de Standaard.
Dat moet in 19990 zijn geweest. Ik heb zowat 10 jaar cartoons gemaakt voor die krant maar het was steeds op freelance basis, samen met nog een paar anderen. Het kon van de ene op de andere dag ophouden. Met een groeiend gezin van 4 kinderen denk je dan wel 2 keer na voor je die stap zet. En ik vind trouwens nog steeds bevrediging in mijn ‘hoofdberoep’.
De combinatie is natuurlijk ook niet zo evident. Ik hou mindertijd over voor een sociaal leven, een uitstapje op zondag…
Er zijn regelmatig momenten dat die twijfel terugkomt maar tot nu toe ben ik fulltime blijven werken.

Ik kan dus niet echt met zekerheid zeggen of ik van het cartoons tekenen zou kunnen leven en ik heb ook geen ervaring met het kunstenaarsstatuut.

Hoe ziet je werkschema inzake tekenen er dan uit?

Ik heb geen vast werkritme of dagschema, alles moet ’s avonds gebeuren  of op vrije dagen. Een groot deel van het werk is het zoeken naar mogelijke invalshoeken, de humor van een bepaalde situatie. Het is een proces van uitzoeken, situaties omdraaien, figuren uitdenken, nieuwe invalshoeken uitdenken, uitproberen.. Het is een prikkelende fase die me steeds weer bezig houdt tot er een concept ontstaat waar ik mee kan werken.
Het uiteindelijke tekenen van dat concept in mijn hoofd gebeurt heel relax, zonder hoofdbrekens, relatief gemakkelijk.
Voor elke opdracht maak ik meestal een 3-tal cartoons, ik kan er immers niet vanuit gaan dat men elke cartoon meteen geschikt vind.
Door het tijdsgebrek maak ik enkel in opdracht volledige tekeningen. Ik heb wel een dikke map vol ideeën en ontwerpen die ik tussendoor maak en die ik allicht ooit kan gebruiken.

De wereld van de cartoonales

Het blijft me uitermate boeien. Humor heeft iets universeels. Elk land heeft wel zijn gevoeligheden en aandachtspunten en het is natuurlijk wel zo dat je in bepaalde landen niet zomaar alles aan de kaak kan stellen, bij voorbeeld in Iran. Toch heeft ook dat land een bloeiende cartooncultuur waar talentvolle vrouwen in de prijzen vallen.
Welk cartoonfestival me het meest bevalt? Moeilijk om daarover te oordelen. De cartoonale van Knokke-Heist ligt me nauw aan het hart omdat ik daar veel aan heb meegewerkt. Het is tevens de oudste in België en heeft een groot prestige.
Dan is er een grote in Turkije waar je 4 dagen rotverwend wordt, de tentoonstelling heeft plaats in de oudste prachtige bibliotheek daar. Maar ik hou bij voorbeeld ook erg van een cartoonale in Servië, veel kleinschaliger,met beperkte middelen maar met een zeer hartelijke, bevlogen sfeer, ze nodigen je uit om te gaan vissen enz…
Voor mij is een cartoonale goed als er heldere regels zijn, alles correct verloopt, dat de inzenders hun werk terug krijgen, dat de prijzen iets betekenen… Helaas is dat niet altijd het geval.

Zelf in de jury

Ik zat nu reeds een 10-tal keer zelf in een jury: ik doe het graag omdat ik cartoons nog steeds een fascinerend medium vind en ik hou van de onderlinge contacten en de internationale sfeer maar het blijft hard werk, uren en dagen cartoons vergelijken, beoordelen is niet makkelijk.


Wat is een goede cartoon?

Directheid. Je moet er meteen om kunnen lachen. Techniciteit en geniaal tekentalent zijn van secundair belang.
Ik zie soms echte knappe ‘schilderijen’ waarvan ik denk: zo ‘n tekentalent,ik zou dat niet kunnen. Maar als ik er niet mee kan lachen, als er te weinig humor in zit is het geen goede cartoon.
ook een teveel aan boodschap maakt geen goede cartoon. Er zal altijd wel enige maatschappijkritiek zitten in een tekening maar soms zie ik tekeningen waar je alleen het lijden, het onrecht in ziet en dan denk ik: een goede illustratie bij een artikel over sociale mistoestanden, maar geen goede cartoon..
Een goede cartoon mag best wel choqueren maar de humor moet primeren. Je moet er in eerste instantie om kunnen lachen, waarna je eventueel denkt ‘maar dat gaat toch wel wat ver..
Die uitvergroting zet je dan aan het denken.

Een goed voorbeeld: Niet zolang geleden organiseerde GRIP, een burgerorganisatie die streeft naar gelijke rechten én kansen voor iedereen en in de eerste plek voor mensen met een handicap, een cartoonwedstrijd over ‘leven met een handicap’.
Op de tentoonstelling waren 2 parcours: een groene wandeling (cartoons die als positief, humoristisch werden ervaren) en rode wandeling (lachen ten koste van mensen met handicap).
Ik heb daar de eerste prijs gewonnen met volgende cartoon:

Uit de motivatie van de jury: ‘De jury bekroonde deze cartoon omdat het de zelfrelativering van mensen met een handicap in de verf zet. Het is de persoon met een handicap zelf die om zijn eigen situatie lacht en er op een ludieke manier mee omgaat. De jury vond dit een originele, grafisch sterke cartoon.’

Houtskool

Sinds een 6-tal jaar ben ik ook begonnen met houtskool. Het is inderdaad een terugkeer naar het ambachtelijke: ik zie een figuur en geef het zo treffend mogelijk weer op papier.
Met houtskool is een grote picturaliteit en plasticiteit te bereiken.
Voor het houtskoolwerk ga ik de deur uit. Gemiddeld 1 avond in de week ga ik ervoor naar het atelier van vrienden waar we gezamenlijk tekenen naar een model. Sporadisch teken ik ook samen met Marec. We hebben trouwens eens samen geëxposeerd. (nvdr: december 2014 in Comptoir des Arts). Zijn werk is anders van stijl dan het mijne maar we werken allebei met houtskool en vaak met hetzelfde model .
Het naakte lichaam is, ondanks onze pudeur om er mee in de openbaarheid te treden, de meest natuurlijke vorm waarin we kunnen verschijnen. Ik wil dit lichaam uit de schaduw halen, door de schaduw te gebruiken. De taal van het lichaam, elke houding, gebaar is betekenisvol en de moeite om te tonen. Ongekunsteld, zichtbaar, maar zonder op te dringen of te shockeren.
Cartoons en het werk met houtskool vullen elkaar aan. Ik zou niet kunnen kiezen wat ik het liefste doe of wat het belangrijkste is voor mij.

Kunstenaar in Brugge

Brugge heeft veel talentvolle kunstenaars.
Ik heb gelukkig nooit de problemen gekend die veel kunstenaars ervaren zowel met het vinden van geschikte atelierruimte als met het bereiken van een publiek.
Betaalbare atelierruimte vinden in Brugge is al even moeilijk als het vinden van een betaalbare woonst. De KunstgroepBrugge probeert daar een oplossing voor te vinden maar ervaart weinig steun van het stadsbestuur.
Het is ook vaak moeilijk voor jonge kunstenaars om naar buiten te komen met hun werk. Er zijn niet zoveel galerijen in Brugge en het is voor jonge kunstenaars niet zo gemakkelijk om er binnen te geraken als zij dat al willen, die galerijen bouwen hun eigen ‘portefeuille ‘ op en staan niet onmiddellijk open om allerhande mensen een kans te geven. Dat is weliswaar geen specifiek Brugs probleem..
Soms ondersteunt de stad wel initiatieven zoals Buren bij Kunstenaars of door bv. leegstaande gebouwen tijdelijk ter beschikking stellen .
Ik heb goede herinneringen aan de expo ‘EXPOlitie’. De KunstGroepBrugge VZW organiseerde van 19 tot 28 september 2014 een expositie in het voormalig politiekantoor in de Hauwerstraat te Brugge.
EXPOlitie had als doel een forum te bieden aan kunstenaars woonachtig, werkende of afkomstig van Brugge en omgeving.

Constructieve oplossingen op lange termijn biedt dit helaas niet niet.

reageer op dit bericht

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.